Tassen vullen en 'n gezellige babbel
Op woensdag en zaterdag worden bij ons op de boerderij de boodschappentassen gevuld met wat vers is geoogst. Vandaag, zaterdag 13 mei, zijn overal mensen aan het werk. Op het land sprak ik net twee vrijwilligers die groene asperges staken. Aan de andere kant, achter waar onze varkens spelen, zijn er een stel sjouwers bezig de kipcaravan te verplaatsen. Vooraan zag ik iemand bezig in de kruidentuin.
En hier, achter de kramen, hebben de medewerkers van de distributie alle groenten mooi en overzichtelijk in kratten opgesteld. Erboven hangen bordjes met de hoeveelheden per mond. Ze vullen de bakken geregeld bij, zien toe of alles goed verloopt en helpen de ophalers bij vragen. Het is gewoon een gezellige, bedrijvige boel.
Ik zit in een herenburengroep en vandaag is het mijn beurt. Het is een mooie, zonnige lentedag. Zo te zien hebben de mensen achter de kramen er zin in. Ik ben benieuwd of dat ook zo is, wat zij leuk vinden en waarom ze dit werk zo graag doen.
Weet je, doe eens gek dacht ik, ik vraag het ze gewoon…
Een kijkje achter de schermen. Of beter, achter de kramen.
Twee dingen tegelijk
Dus begin ik bij Lia. Bij haar meld ik me met 5 tassen in de bolderkar, voor mij en mijn herenburen. Ik noem de namen en nummers en Lia checkt. Tot hier klopt de administratie als een bus. Ze vertelt tussen neus en lippen door, dat ze me 'n tijdje terug had gezien, ergens in de stad. Lia had me gegroet, maar ik zag haar kennelijk niet, of herkende haar niet. Foutje, sorry. Komt helaas vaker voor. Ik ben bang dat dat bij mij toch een kwestie is van Alzheimer-light.
Naast haar staat Werner, een opgeruimde man met rode bril. Op mijn vraag wat hij leuk vind, zegt hij spontaan: “Ik hou van praten en contact met mensen. Dat is gewoon altijd gezellig”. Kennen jullie elkaar? Ik wijs daarbij met m'n hoofd naar buurvrouw Lia, waar ik net vandaan kom. “Jazeker, al zo'n 32, 33 jaar. Zij kan zich heel goed concentreren en twee dingen tegelijk, dat kunnen alleen vrouwen”. Blijkbaar heeft ze die laatste opmerking (of het compliment?) stiekem gehoord. Lia wil daar toch iets over zeggen: “Dat is lang niet altijd zo hoor”. En over haar werk achter de marktkraam: “Ik vind het in ieder geval heel leuk wat ik hier aan het doen ben, met de mensen zo”.
Weer of geen
Bij de koolrabi staat Rian en ik vraag haar wat haar drijft om op zaterdagochtend hier te staan. Daar is ze heel helder over: “Leuk om andere boeren te ontmoeten die de spullen komen halen. Ben ook trots op wat wij samen maken. Ik doe dit eens in de zes weken”.
Bij mooi weer oké, maar ook bij wind, kou en regen? “Klopt, tja, in de winter hebben we een warme muts op, dikke sjaal om en staan we een beetje te stampen en te bewegen om warm te worden en te blijven” waarbij Rian met de armen zwaait en staat te huppen, om aan te geven hoe dat er ongeveer uitziet in barre tijden.
Bezig baasje
Ik schuif weer door. Naast Rian staat Ed. Bij hem is vandaag de venkel in de aanbieding. Net wanneer ik voor zijn kraam verschijn loopt ie weg om een krat te halen en bij te vullen. Ook aan Ed stel ik de vraag over het wat en hoe. “Het leuke is dat je alle andere medeboeren wat vaker ziet. Normaal gesproken ben ik bij de oogst op woensdag en/of vrijdag, maar hier zie je ook de rest”. Ik ken Ed als een bezig baasje, het lijkt wel alsof ik hem overal in de stad tegenkom. De ene keer bij muziek, dan bij theater, maar vooral hier op Goedentijd. Hij is flink ziek geweest, maar gelukkig goed aan het herstellen en het gaat nu weer de goede kant op. Je kunt aan hem zien dat ie het leuk vind hier. Houden zo Ed!
Dubbele T graag
Bij de laatste kraam staat Brigitte: “met dubbele “t” graag”. Ze is druk in de weer en enthousiast bezig iemand uit te leggen wat je het beste kunt doen met die doorgeschoten prei die we er deze week als extra bij krijgen. “De gezelligheid en het contact met de mensen vind ik leuk. Ik ben hier vanaf het eerste begin. Inmiddels ken ik een aantal mede herenboeren van naam en de meeste van gezicht. Wat ook belangrijk is: ik vind het fijn om te helpen en de anderen hier te ondersteunen”. Vervolgens vult Brigitte zorgvuldig mijn vijf glazen potjes met heldere siroop, afkomstig van de magnolia. Dat doet ze met vaste hand, zo te zien een combinatie van handigheid, goeie motoriek en ervaring.
Doe maar normaal
Nog even loop ik terug naar het begin, naar Lia van het aanmeldpunt. Daar is inmiddels Ard aangesloten met zijn boodschappentas. Zijn naam en nummer zijn ingecheckt. Ard heeft 'n fraai sikje, zo'n subtiel streepje van onderlip tot onderkant kin. Heb ik zelf jaren gehad. Niet iedereen was ervan gecharmeerd. Vond ik geen punt. Ard zegt een soortgelijke ervaring te hebben. Bij hem in de familie vinden ze het maar niks. Zelfs zijn oma heeft eens gezegd: “doe maar normaal”. Valt wellicht onder de categorie: gedeelde smart is halve smart. Beetje trots en eigenzinnigheid kunnen daar wel tegen.
Sociaal netwerk
Zo, al mijn tassen zijn gevuld. Ik rij de bolderkar naar mijn auto, laad de tassen achterin en zet de lege kar weer terug waar ik 'm gehaald heb. Terug in Tilburg is Kitty de eerste herenbuur bij wie ik langs ga. Logistiek gezien is dat het handigst. Zij zit ook in de distributiegroep, maar heeft vandaag vrij en is dus thuis. Ik vertel haar over de prei en de siroop, maar ook dat ik haar collega's achter hun kraampjes heb gevraagd wat ze zo leuk vinden aan het werk bij de uitgifte. Voor Kitty is dat wel duidelijk: “Ik doe dit vanaf het begin en ik vind het leuk in zo'n sociaal netwerk. Wat mij bovendien boeit is dat we uitgaan van één formule en dat we daar allemaal verschillend over kunnen denken. Het is meestal wel gezellig zo samen achter de kraam, maar ook in de pauze aan de koffie”.
Na mijn rondje langs de andere herenburen kom ik thuis, voldaan. Ik heb vandaag tassen met “goei voedsel” gevuld en afgeleverd, enthousiaste mensen gesproken, mijn weekend kan niet meer stuk…
tekst: Koen van Dooren