Gepubliceerd:  17 augustus 2022 Naar het nieuwsoverzicht

Geen, weinig of veel oogst

Als Herenboer ben je mede-eigenaar van een boerderij waar op duurzame manier groenten, vlees en eieren geproduceerd worden, door en voor de leden. Op Goedentijd zijn we inmiddels in ons derde teeltjaar, en kunnen we nu al zeggen dat elk jaar anders verloopt. Dat is het duidelijkst te zien aan de groente oogst. We zijn voor de groenteteelt erg afhankelijk van het weer en het seizoen. Er zijn weken waarin er geen of nauwelijks oogst is, en weken van overvloed. Het vraagt flexibiliteit van de coöperatieleden om hiermee om te gaan. In dit artikel onderzoek ik hoe leden met dit gegeven van wisselende oogstomvang omgaan. Ik heb daartoe aan een aantal Herenboeren vragen hierover gesteld.

Weinig oogst

Veel leden geven aan dat er dit jaar minder oogst is dan vorig jaar, en dat deze later op gang kwam. Dat gaf hier en daar wat onvrede, vooral omdat niet duidelijk was wat de reden was. Toen hier in een ledenbrief duidelijk over gecommuniceerd werd (een complex aan factoren, waaronder het weer, vertraagde aanleg van irrigatie en een inkoopprobleem), konden de meeste leden zich hier wel in vinden.

Er zijn ook coöperatieleden die dit als een bedrijfsrisico zien: verschillen in opbrengst van jaar tot jaar is inherent aan het boerenbedrijf. Er blijkt een grote bereidheid om de verschillen in hoeveelheid opbrengst te verdragen. Een aantal leden geeft aan dat ze Herenboeren zien als een experiment dat ze willen doen slagen. Dan verdraag je meer. Er worden bij tegenvallende oogst groenten in de winkel bijgekocht of er worden andere duurzame initiatieven uitgeprobeerd. Een lid vertelt dat ze het juist spannend vindt: geen jaar is hetzelfde. Soms is er veel oogst, soms weinig en heel soms niets. In dat geval ga je gewoon naar de (super)markt of groenteboer.

Ook wordt er regelmatig tevoren in de Herenboeren-app gekeken wat de oogst van de week is, en wordt aan de hand daarvan een boodschappenlijstje gemaakt voor de groenten die gemist worden.

Veel oogst

Overvloed aan groenten wordt door de leden ingemaakt, ingevroren of anderszins verwerkt (veel soep maken!), of weggegeven aan vrienden, kennissen of buren. Een aantal leden vertelt creatiever te zijn geworden met bepaalde groenten die er veel zijn, zoals courgettes en andijvie. ‘Je gaat nieuwe groenten zoals palmkool leren waarderen, nieuwe recepten uitproberen. En we zijn als gezin veel meer groenten gaan eten’.

Earth Overshoot Day

Een lid vertelt: ‘We zien dat de oogst fluctueert door invloeden van het weer, seizoen, onkruid, in combinatie met de beschikbaarheid van voldoende vrijwilligers op het land om te planten, schoffelen of oogsten. Daardoor is er bij ons meer realiteitsbesef ontstaan dat niet alles maakbaar is en dus ook de hoeveelheid en kwaliteit van de oogst niet. We zijn als westerse consument is erg verwend: alles is op elk gewenst moment op afroep bereikbaar. Dat is natuurlijk niet vol te houden.

Dit jaar was het op 28 juli ‘Earth Overshoot Day’: op die datum hadden we als mensheid wereldwijd opgemaakt wat de aarde in een jaar kan produceren. Dit is vroeger in het jaar dan ooit en is dus totaal niet houdbaar. In Nederland was dat punt dit jaar zelfs al in april bereikt. We moeten echt toe naar versobering”. 

Herenboer worden

Veel leden worden Herenboer omdat ze het een interessant en relevant experiment vinden: lokaal telen van groenten op een duurzame manier. Kijken of het op een andere manier kan dan in de huidige reguliere landbouw. En samen een boerderij runnen is ook heel leuk. Voor een ander lid telt de versheid van de groenten het zwaarst: verser kun je het niet krijgen. Lekker en gezond eten. Ook wordt genoemd: meer aandacht voor de rol van voeding in ons leven, en dit ook aan onze kinderen mee willen geven.

Herenboer blijven

Deze leden zijn tevreden over de hoeveelheid en diversiteit van de oogst. Ze blijven ook lid: ‘We zijn begonnen aan dit experiment, en tegenvallers horen erbij, zeker ook in het begin. Het valt onder het bedrijfsrisico, en als Herenboer ben je ook ondernemer. Wie A zegt, moet ook B zeggen. De opstart van een dergelijk bedrijf heeft tijd nodig, minimaal 5 jaar voor de zaken echt goed draaien’. 

Er is veel loyaliteit naar de coöperatie, en de wens om het concept te doen slagen. De ‘echte’ coöperatieve leden zullen blijven, zo wordt gedacht. Wel ziet men dat het voor de boer en vrijwilligers een hele uitdaging is om elke week weer een goede oogst voor elkaar te krijgen.

Meehelpen op het land of bij het oogsten, geeft meer betrokkenheid en loyaliteit: ‘het voelt dan meer als mijn eigen boerderij’.

Tekst: Miriam Michels