In gesprek met onze boeren Wiebe en Gina
Vorige week hielden we een webinar voor de coöperatieleden, waarin zij vragen konden stellen aan onze boeren Wiebe van der Hoek en Gina van Gorp. Koen Bakx ging aan de hand van de vragen online in gesprek met hen. Hieronder de weergave van dit gesprek.
Hoe ziet een gemiddelde werkdag er uit voor jullie?
Wiebe: Als ik aankom is Gina er altijd al om de beesten eten te geven. We bespreken samen wat er die dag moet gebeuren. Tegen 9.00 uur beginnen we. We proberen gevarieerd te werken. Maar de laatste tijd moet vooral het sjouwen met de buizen voor de beregening gebeuren. De jonge boompjes moeten water hebben. Verder moet er continu geschoffeld worden. Het onkruid groeit namelijk sneller dan de groenten. Om ongeveer 10.30 uur is er koffiepauze. Soms met een zelfgemaakte lekkernij van een vrijwilliger. Een dag is zó voorbij: ik heb heel vaak dingen die ik nog had willen doen, maar waar ik niet aan toe gekomen ben. Het is hard werken.
Gina, we zien jou altijd op de boerderij. Ben jij ook weleens vrij? ;)
Gina: het bestuur wil graag dat ik af en toe niet kom, maar dat hebben ze niet in de hand.
Wiebe: ik ben er blij mee. Gina verzet enorm veel werk.
Hoeveel vrijwilligers zijn er op een dag aan het werk?
Wiebe: vandaag hadden we er 10, dat is veel. Gemiddeld hebben we 2 vrijwilligers op een dag, meestal in de ochtend. We zoeken uitdrukkelijk nog meer vrijwilligers, en ook op de middag kun je komen helpen als coöperatielid.
Wat vinden jullie de leukste klussen op de boerderij?
Wiebe: ik werk graag met mensen samen. Ook met de dieren werken is superleuk. Trekker rijden is ook leuk, maar gaat evengoed vervelen na heel veel baantjes. De afwisseling in werkzaamheden is dus het leukste.
Gina: ik vind het verzorgen van de dieren het leukst. Vandaag is er weer een stierkalf geboren. Als dat ademt en drinkt, en het gaat goed, dan ben ik tevreden. Daar gaat het mij om, dat de dieren het goed hebben.
Hebben jullie altijd boer willen worden/zijn?
Wiebe: ik heb getwijfeld tussen biologie en techniek. Ik heb eerst een jaar biologie gestudeerd, maar dat was het niet. Toen ben ik overgestapt naar de techniek en heb ik aan de TUE gestudeerd. Ik ben oa ook vergunningverlener geweest en constructeur. Ik ben opgegroeid in een agrarische omgeving en was altijd bij de boeren te vinden. Boer zijn is een soort thuiskomen.
Gina: boer zijn is geen beroep, het is eigenlijk een passie. Je doet het met heel je hart.
Hebben jullie weleens verschil van inzicht?
Gina: Er is een duidelijk verschil tussen de visie van Wiebe en van mij. Ik ben behoudend en Wiebe is dynamischer. Maar het botst niet.
Wiebe: Het is juist interessant om verschillende visies te hebben. Soms is het wel zoeken, maar uiteindelijk komt er altijd wel iets moois uit.
Hoe is het voor jou Gina, om zoveel mensen op jouw boerderij rond te zien lopen?
Gina: dat was wel wennen in het begin. Van in mijn eentje zijn naar heel veel mensen. In het begin vond ik het wel moeilijk. Maar het is anderzijds ook heel mooi dat iedereen mee kan genieten van de boerderij. Het delen met mensen en de samenwerking met veel enthousiaste vrijwilligers is heel bijzonder.
Wat zijn de grote lijnen voor de inrichting van de boerderij?
Wiebe: de bomen leggen al een structuur vast. Verder moet je altijd van perceel wisselen met je teelt. De aardappelen staan nu bijvoorbeeld op een andere plek dan vorig jaar. Ook het stuk waar de Afrikaantjes stonden, hebben we nu hard nodig voor de groententeelt. Tussen de laagstambomen plaatsen we ook fijne groententeelt. Het liefst zetten we de varkens ook in om gewassen op te ruimen, bijvoorbeeld als de aardappelen gerooid zijn. Varkens zijn opruimers. Mogelijk gaan we ze in de winter verplaatsen.
De tweede kas wordt eerdaags ook beplant. Eerst moet er nog beregening in worden aangelegd en de deur moet er nog in. Vandaag zijn alle planten voor de kas al aangekomen.
Over 2 à 3 weken hebben we misschien al chinese kool, paksoi en sla uit de kas.
De coöperatie zit vol, dus we hebben 500 monden te voeden. Gaat dat wel lukken?
Wiebe: het is wel spannend met de andere layout die we nu hebben (met de fruitbomen erbij).
Gina: Ik denk dat de lat heel hoog ligt. Ook omdat het vorig jaar zo goed ging en we zoveel oogst hadden. Nu hebben we meer monden te voeden en is het ook moeilijker werken, met de fruitbomen. We kunnen echt nog meer vrijwilligers gebruiken.
Dan nog wat vragen over de dieren.
Waarom staan de kalveren vaak binnen?
Gina: de kalveren zijn momenteel al buiten. Enige weken geleden dronken de kalveren van vorig jaar nog melk bij hun moeder. Maar omdat die drachtig was en bijna ging bevallen, moesten die kalveren gespeend worden. Ze moesten een tijdje binnen, apart van hun moeder, zodat de moeder haar energie kon sparen voor het nieuwe kalf. En het is ook goed voor de kalveren om af en toe binnen te staan en een touwtje om hun nek te krijgen. Ze worden dan ook geborsteld.
Wiebe: het is ook fijn als de kudde af en toe binnen staan, dan kunnen ze ook beter wennen aan mensen.
Gina: van half mei tot oktober gaan de koeien naar een wei in Biezenmortel. Op Goedentijd hebben we namelijk in de zomer te weinig grasland voor onze koeien. In Biezenmortel moeten we wel de wei eerst in orde maken voor de koeien er op kunnen. Er staat Jacobskruid, dat moet eruit gestoken worden want het is giftig voor de koeien. In de toekomst hebben we op Goedentijd meer grasland nodig.
Waar moeten de ganzen heen als de kas in gebruik wordt genomen?
Gina: de ganzen staan alweer buiten.
Hoe lang duurt de ophokplicht voor de kippen nog?
Wiebe: we moeten de berichtgeving van vanavond of morgen afwachten. Het duurt dit jaar heel lang, want in het buitenland heerst nog veel vogelgriep.
Hoe lang gaan de legkippen mee?
Gina: ongeveer anderhalf jaar. Daarna gaan ze meer windeieren leggen (eieren zonder kalkschaal). Dan gaat de kwaliteit achteruit. Ze kunnen dan geslacht worden en gegeten als soepkip.
Gaan we ook kippenvlees krijgen van de boerderij?
Wiebe: dat heeft te maken met de wetgeving. Tot de 250 kippen word je beschouwd als een hobbymatige kippenhouder en gelden er andere regels. Bij Herenboeren hebben we 249 legkippen, en daardoor geen ruimte voor vleeskippen. Binnen Herenboeren Nederland wordt onderzocht of er een mogelijkheid bestaat om die grens te verruimen, zodat we ook vleeskippen kunnen houden, naast de legkippen.
Waar komen de varkens vandaan en zouden we ze ook zelf kunnen fokken?
Wiebe: op dit moment komen de varkens van de buurman. Het is een mooi gemengd ras, het zijn mooie bonte varkens. Ze komen als ze ongeveer 30 kg zijn en zijn ongeveer 10 maanden bij ons. Op die leeftijd hebben ze de beste vlees-vetverhouding.
Gina en ik hebben het er vaak over gehad om zelf te gaan fokken met onze varkens. We zouden dat graag willen en we hadden afgelopen tijd 2 hele mooie varkens daarvoor. Maar helaas zijn we er nog niet op ingericht. De zeugen hebben een goed onderkomen nodig waar ze veilig kunnen werpen. Op termijn is het wel onze bedoeling om dit mogelijk te maken.
Hoe is het contact met Herenboeren Nederland?
Wiebe: het contact is goed en heel divers. HBNL ondersteunt de lokale coöperaties. We hebben als Herenboeren-boeren onderling een eigen appgroep en bijeenkomsten, waar we ervaringen kunnen uitwisselen. Op die manier leren we van elkaar. Zo hadden een paar boerderijen een plaag in de prei. Er wordt dan gevraagd wie er nog meer last van heeft en hoe we het op kunnen lossen. Daarnaast is HBNL ondersteunend in de monitoring van de boerderijen. Dat geldt sinds kort ook voor onze boerderij. Er wordt op verschillende manier gemonitord. Op dit moment wordt er vooral gekeken naar biodiversiteit: wat komt er allemaal voor op de boerderij, en zien we een toename van verschillende insecten?
Doet HBNL middels monitoring ook wetenschappelijk onderzoek?
Wiebe: HBNL wil inzicht krijgen in de invloeden op en van de boerderij. Er loopt een onderzoek van HB Boxtel met de HAS over de vraag of mensen gelukkiger worden door hun lidmaatschap van een Herenboerderij.
Wij verzamelen ook data om te onderzoeken welke invloed een bepaalde keuze heeft. Herenboer zijn is ook leren en door ontwikkelen.
Dank jullie wel voor jullie uitleg Wiebe en Gina
En Koen dank voor het interview.
Tekst: Miriam Michels
Foto's: Anke Gielen