Gepubliceerd:  28 juni 2020 Naar het nieuwsoverzicht

Wilde planten langs de bosrand

Het achterste deel van ons perceel op Goedentijd grenst aan de bosrand en bestaat uit zeer losse zandgrond. Onlangs is daar een strook van 25 meter breed ingezaaid met wilde bloemen en kruiden. Boer Erik vraagt hulp bij het onkruid wieden in de bloemenstrook en geeft het groepje vrijwilligers meteen een ‘mini-college’ over biodiversiteit.

Biodiversiteit

De wilde bloemen en kruiden hebben vooral als doel het bedekken van de bodem, zodat er in het voorjaar minder geploegd hoeft te worden. Ook wordt hiermee de biodiversiteit bevorderd. Wilde planten leveren voedsel en beschutting voor hazen en reeën die hier veel voorkomen. Uiteraard trekken de bloemen ook bijen en insecten aan.

Pioniersplanten

Het gebruikte wildmengsel bestaat uit wel 30 verschillende soorten, waaronder boekweit, bladrammenas, pastinaak, peterselie, Engels raaigras, rode klaver, schaduwrogge en witte mosterd. Het zijn een- en tweejarige bloemen en planten. De zaden verschillen in grootte, wat Erik voor de opgave stelde hoe hij dit mengsel zou zaaien: de grote zaden moeten namelijk iets dieper gezaaid worden dan de kleinere. Uiteindelijk is met de zaaimachine op 2 standen gewerkt, waardoor eerst grote zaden gezaaid werden, gevolgd door de kleinere. Tenslotte is de rest nog breedwerpig met de hand gezaaid. Zaaien blijkt dus al een vaardigheid op zich. Als ze er eenmaal staan, zaaien veel van deze planten zichzelf uit. Dit zijn namelijk zogenaamde ‘pioniersplanten’: ze zijn erg lang kiembaar en kunnen daardoor wachten op gunstige omstandigheden waaronder ze alsnog tot bloei kunnen komen. Als voorbeeld: maanzaad (Papaverzaad) behoudt zijn kiemkracht wel 80 jaar.

Voedselbos

Uiteindelijk gaan de wilde bloemen en kruiden naast hun waarde voor het kleine wild, ook dienen als onderbegroeiing van het te ontwikkelen voedselbos. Er worden aan de bosrand nog fruit- en notenbomen geplant, samen met vruchtdragende struiken, zoals bijvoorbeeld frambozen en diverse soorten bessen. Het is de bedoeling dat er een geleidelijke ontwikkeling plaatsvindt van open grond naar een bosklimaat. Dit ecologische proces waarin er geleidelijk verschillende plantensoorten elkaar opvolgen, heet successie en duurt normaal zo’n 30 jaar. Middels het planten van deze wilde planten en de struiken helpen we dit proces een handje. Voor meer informatie over het verschijnsel successie in vegetatie, zie ook wikipedia.

Eerst moet er nog wel worden gewied

Onkruid wieden te midden van dit wildbloemenmengsel blijkt ook al een vaardigheid op zich! Om eerlijk te zijn lijken al deze wilde planten in dit nog bloemloze stadium wel een beetje op onkruid. Erik wijst ons de planten aan die er niet in thuis horen en dus door ons eruit getrokken moeten worden. Dat zijn Melde, Akkerwinde, Herderstasje en Nachtschade. Als we deze niet zouden wieden, zouden ze alles overwoekeren en zouden de nieuwe wilde bloemen geen kans krijgen om te ontkiemen. Ook staan er nog oude aardappelplanten van eerdere jaren, die eruit moeten. Een flinke klus, waarbij we ook zoveel mogelijk larven van de coloradokever gevangen hebben, zodat die niet meer in onze eigen gewenste aardappelen kunnen gaan zitten. Het wachten is nu op een wilde bloemenweelde!

De komende weken zal onze fotograaf Anke regelmatig foto’s maken van deze wilde planten, zodat we kunnen zien hoe ze zich ontwikkelen. Die zullen we dan alsnog hieronder toevoegen.

Tekst: Miriam Michels - foto's: Miriam Michels en Anke Gielen